Zwarte avond donkerde al over de daken
Van grauw fabriek met woninkjes terzij.
Uit ovenschoorsteen van de gieterij
Door bleken walm flikkrende vlammen braken.
In 't binnenduister kropen werklui bij
Den zwarten grond om gietvorm klaar te maken.
Voor de ovenmond stond al een man te waken,
Wijst gietpandragers elk zijn plaats in rij.
Nu breekt uit ijzeren wand in vlammend vlieten
Helgele stroom en spatten vuur omschieten
't Roodglansgelaat der mannen kalm en zwart.
Die dwalen rondom donker in: het gieten
Vlamt en verdooft nu hier dan ginds, verward.
Gloed stolt in arbeid: IJzer sterk en hard.
Uit "Lot van den Arbeid"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten