maandag 6 december 2010

Kerst op de DRU door Wim Woonings




Het DRU-kerstfeest was voor ons kinderen een jaarlijks terugkerend feest.
Onlangs kwam ik er achter dat dit feest georganiseerd werd door de vakbond.
Toen mij dat verteld werd was mijn reactie. Voor mij, als kind, was er niks geen vakbond. Het was op de DRU. Dus was het een DRU-feest.

Nu ik 66 jaar ben wil ik wel de vakbond alsnog hartelijk danken voor de mooie kerstvieringen die we in de  DRU-kantine  gehad hebben.

Het feest waar ik het over heb is de film die op 2e Kerstdag in de DRU-kantine voor ons gedraaid werd.
De eerste keer onder begeleiding van je oudere zus of broer die ook naar de film ging.
Als Sinterklaas vertrokken was begonnen wij, kinderen, ogenblikkelijk te filosoferen over welke film er  vertoond zou worden.

Voor ons bestond er maar 1 soort: De Dikke en de Dunne. Ware lachsalvo’s. Daar verheugden we ons op. Één keer was er een “surrogaat-Dikke en Dunne”. Later toen we groot waren leerden we dat dit Abbot en Castello geweest waren. Wel leuk, maar lang niet zo als de Dikke en de Dunne.

Ik herinner me de film waar ze op een boot zaten en het was gaan stormen. De borden schoven op de tafel heen en weer en de bedoeling was om toch een hap eten naar binnen te krijgen. Bij de Dunne ging het telkens mis, want elke keer als hij een schepje eten wilde nemen, schoof het bord weer de andere kant op. En dan dat gezicht van de Dunne…..Gelachen dat we hebben.

Om naar de kantine te gaan was wel spannend. Ik had als kind al vaak over de rol van de portier gehoord. Hoe streng die kon zijn etc. Ik vond het spannend om dan bij het portiersgebouw te komen en we konden dan gewoon doorlopen. Het leek me een hele lange wandeltocht voordat we bij de kantine kwamen. Voor mijn gevoel lag hij verstopt tussen andere gebouwen.

Erg indrukwekkend was de enorme grote pijp die daar dicht bij de ingang stond. Ik kon me er geen voorstelling bij maken wat voor een kachel daaraan moest zitten.

De kantine was zeer sfeervolle versierd. Een hele grote versierde kerstboom die tot het plafond van de kantine reikte. Meester Mulder kondigde aan dat we eerst kerstliedjes gingen zingen. Dat deden we uit volle borst. Af en toe keken we achterom, naar de vierkante opening boven de bar, om te zien of er al beweging was. Want dan kon de film zo beginnen.

Na afloop gingen we gedisciplineerd aan de andere kant van de kantine naar buiten. Bij de uitgang kregen we dan een zak snoep met een sinaasappel. Die zak met snoep was al op voordat we thuiskwamen.

Eenmaal in de eerste klas van het voortgezet onderwijs gekomen, mocht je nog één keer naar de kerstviering. Daarna waren we, meestal de jongens, te wild en te luidruchtig tijdens de voorstelling. Dat vonden de meesters en de jongere kinderen niet leuk.

Toen ik bij de opening van de DRU-fabriek in de grote toneelzaal kwam, was mijn eerste reactie:
“Wat mooi! Een grote kerstboom op het podium en je kunt zo weer een DRU-kerstfilm draaien.”
Maar ja dat was een nostalgische gedachte.

Ik heb eens nagedacht waarom de film op het DRU-kerstfeest zo’n succes was. Toen ik er indertijd naar toe mocht was het 1953 t/m 1956. Of toen de bioscoop bij Holtslag er al was, weet ik niet. Ik weet wel dat ik een keer met vader naar de bioscoop mocht en ik was nog geen 14 jaar. Maar omdat ik met mijn vader was mocht ik wel mee naar binnen.

Dus in die tijd was er geen televisie; radio was tot ’s avonds half elf en dan klonk het Wilhelmus en ging de zender uit de lucht. Als je dan nog niet naar bed was, werd je een nachtgraver genoemd.
De film met Kerstmis op de DRU was dan ook een fantastisch gebeuren waar je naar uit keek. Je ging echt uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten