zaterdag 14 mei 2011

Parel van de Achterhoek. Met het betoog van Ton Menke in de Gelderlander.




Elke keer als er iets over de DRU cultuurfabriek op de agenda van de raad staat is het ‘kermis’. Iedereen en alles stort zich dan als een ‘bok op de haverkist’ op het onderwerp. Redacteuren van deze krant en (dezelfde meestal anonieme) schrijvers op haar site, maar ook sommige politici staan als ‘hijgende herten’ klaar met hun artikelen, reacties en persberichten om er iets van te zeggen, te vinden of hun gelijk te halen.

Wat mij steeds weer opvalt is de verbetenheid en ongenuanceerdheid van hun reacties en bijdragen als het gaat om de DRU cultuurfabriek. Vaak is volstrekt onduidelijk waar meningen eindigen en feiten beginnen. Niet zelden zijn het ook op de man gespeelde en ronduit kwetsende, ronkende teksten.

Wat ook opvalt is de erg eenzijdige aandacht voor de financiën en de organisatie. Er is heel veel aandacht voor de (tijdelijke) gebreken en problemen maar nauwelijks voor de kwaliteit van de DRU Cultuurfabriek en de betekenis voor het gebied. Nergens lees of hoor je ook dat vorig jaar 32.000 betalende bezoekers 89 voorstellingen bezochten, dat 32 van de 37 verenigingen uit de oude ‘Smeltkroes’ inmiddels onderdak hebben gevonden in de DRU cultuurfabriek en er repeteren en spelen, dat 5000 basisscholieren er schoolvoorstellingen bezochten, dat 10.000 mensen maandelijks de website bezoeken, dat de muziekschool een record aantal inschrijvingen heeft en inmiddels een wachtlijst kent, dat de bibliotheek de Achterhoekse Poort de uitleen van boeken met 25% heeft zien stijgen en dat ruim 45 vrijwilligers actief zijn bij de begeleiding van culturele activiteiten.

Kortom ik mis soms de nuance en de onderbouwing als het gaat om de DRU Cultuurfabriek in de pers maar zeker ook bij een aantal politici en partijen. Politici moeten veel meer toezicht moeten houden vanuit de inhoud. Natuurlijk moet er politieke aandacht zijn voor de uitvoering van grote projecten, maar geen selectieve aandacht. Natuurlijk hebben we in het verleden soms te weinig belangstelling gehad voor de kwaliteit van de uitvoering van beleid. Kaderstelling vooraf blijkt niet altijd voldoende, toetsing achteraf is minstens zo belangrijk.

Maar door bij de DRU Cultuurfabriek steeds heel selectief de controlefunctie van stal te halen en dat niet te doen bij bijvoorbeeld Fidessa, het ISWI, de Stadsbank, de Brede School, het Borchhuus etc. wordt de schijn gewekt dat de controlefunctie wordt gebruikt voor politieke doeleinden. En dat kan en mag niet.

Natuurlijk heeft de DRU Cultuurfabriek nog veel te doen. Ze moeten kostenbesparingen realiseren, de horeca winstgevend maken en tegelijkertijd de omzet verhogen. Natuurlijk moeten we daarbij een vinger aan de pols houden. Maar ik hoop oprecht dat zich niet ieder kwartaal hetzelfde media -en raadscircus voltrekt als de afgelopen maanden een aantal keren het geval was.

Daarmee schaden we niet alleen de verhoudingen en het vertrouwen tussen de betrokken partijen maar brengen ook grote schade toe aan het imago niet alleen van de DRU Cultuurfabriek maar ook aan dat van de gemeente.

Want hoe je er ook over denkt, een jonge organisatie als de DRU Cultuurfabriek moeten we wel een reële kans en tijd geven zich te bewijzen en toe te werken naar een gezond cultureel bedrijf met publieke taken dat staat als een huis. Een hijgerige pers en (politieke) bemoeienis kunnen ze missen als kiespijn.

Ton Menke
Fractievoorzitter PvdA

Geen opmerkingen:

Een reactie posten